Ab van Meerveld


Ga naar inhoud

Hoofdmenu:


Gedicht 3.

Het derde gedicht schreef ik, toen ik door mijn functie bij de politie als hulp-officier van justitie bij een dodelijk verkeersongeval geroepen werd.
Een jongen was met zijn bromfiets op een onbewaakte spoorwegovergang tegen een passerende trein gereden. Hij was op slag dood. Ik begon mij toen af te vragen : Waarom laat God zulke dingen gebeuren en vroeg mij af : Is er wel een God ? Ik trok me weer terug in mijn hoekje en schreef dit gedicht :

Een jongen, die op zijn bromfiets rijdt
op weg van school naar huis.
Één moment van onoplettendheid
en hij komt nooit meer thuis.
De ouders hebben het verdriet
Maar het leven, dat gaat door
Als ons leven uitgestippeld is
wat heeft God hier mee voor ?

Een winkelier staat in zijn zaak
en werkt voor zijn gezin
De overvaller schiet echt raak
en vlucht de stad weer in.
De weduwe heeft het verdriet
staat bij het open graf
Als ons leven uitgestippeld is,
schoot God die kogel af ?

Je leest het dagelijks in de krant,
of hebt het wel gehoord.
In deez' wereld is veel aan de hand
Oorlogen, volkerenmoord
Als ik de krant lees van vandaag
en zie ons dagelijks lot,
dan rijst bij mij direct de vraag,
Is er eigenlijk wel een God ?

Maar ik ben gelukkig ook vaak blij
bij het zien van lammetjes in de wei
bij het horen ruisen van de wind
bij de geboorte van een kind
Zoiets is toch wel heel bijzonder
noem het gewoon maar een groot wonder
en daarom zeg ik heel kordaat :
"Ik weet zeker, dat God echt bestaat !"


Ab van Meerveld | avm@casema.nl

Terug naar inhoud | Terug naar hoofdmenu